zondag 18 december 2011

Choo! Choo! Somebody stop this train!

"Als je gevoelens onder woorden brengt, zijn het geen gevoelens meer, net zoals je ook niet kunt wonen op een onbewoond eiland." ~Theo Maassen.

Er is veel gebeurd. Te veel om in woorden te kunnen vatten.
Omdat de dingen zijn wat ze zijn.
Maar voor het bijhouden van een blog is dat dan wel een beetje moeilijk, want wat schrijf je wel op en wat laat je achterwege? 
Want wat hoort bij ADD en de pillen en wat hoort bij mij of wat hoort tegenwoordig bij ons alledrie?
De zoektocht gaat verder.
Een verbroken relatie, een verhuizing en onzekerheid op de werkvloer, alle ballen die ik van mijzelf altijd omhoog moest houden lagen ineens voor mijn voeten op de grond. En dan?
Dan sta je stil en neemt de dingen zoals ze zijn om te concluderen dat dat best prettig is.
Ik wil mijn eigen kunde niet uitvlakken, maar geloof erg dat de pillen mij de afgelopen periode hebben geholpen om rechtop te blijven staan. Om de ballen te kunnen laten liggen waar ze lagen en eens om mij heen te kijken om te ontdekken wat je met twee handen vrij echt kunt doen. En daar bleek een wereld van mogelijkheden te zijn.
En de pillen zorgen er voor dat ik de mogelijkheden zie, dat ik weet waar het begin is, welk pad ze gaan en waar ze kunnen eindigen. Voorheen waren mogelijkheden een grote brei van toevalligheden waar ik per ongeluk in belandde.
En dus geniet ik er van om mogelijkheden te zien, keuzes te maken en er niet bij stil te staan als ik ze niet grijp en mij af te vragen: 'wat als?'
En als het dan zo goed gaat dat je denkt dat je de hele wereld aan kunt denk je ook dat je wel zonder pillen kunt.
Dat begint dan met een herhaalrecept. Daarvoor moet je bellen naar de psychiater en eigenlijk is zo'n recept dan best vlot geregeld. Alleen moet je dat dan ergens ophalen en daarmee naar de apotheek. En dus wacht je tot je daar de tijd voor hebt. En die tijd heb je niet, of maak je niet, of het regent, of je hebt eigenlijk niet zoveel zin, of je vindt toch nog ergens een losse strip pillen zodat je weer een paar dagen vooruit kunt. En om dan van die paar pillen zoveel mogelijk profijt te hebben neem je ze alleen in wanneer je ze echt nodig hebt. En dan denk je dat dat allemaal best lukt en stel je het halen van die pillen nog een paar dagen uit, want je moet toch binnenkort weer naar de psycholoog en kunt het recept dan makkelijk meenemen.
Tot de dag dat de pillen op zijn, je geen herhaalrecept hebt gehaald en je pas over vijf dagen die afspraak met de psycholoog hebt en je eerder geen tijd hebt om ze te halen... (wie ook heeft bedacht dat je een ADD'er op pad moet sturen om zelf pillen te regelen is mij een raadsel)
En toen moest ik toegeven dat ik en de pillen de laatste tijd de beste maatjes zijn geworden.
Dat ik zonder de pillen geen begin en eind meer zie.
Dat ik zonder de pillen eigenlijk het liefst in bed blijf liggen, de gordijnen dichttrek en niets wil doen.
Dat, zonder het te willen, de pillen mijn leven hebben gepland. Mijn agenda staat vol, op zo'n manier dat afspraken elkaar niet overlappen, ik ben op treinen gestapt die ik niet meer kan stoppen.
Maar zonder de pillen kan mijn leven niet zo hard gaan als met.
Het lijkt alsof mijn hoofd en lijf meer tijd nodig hebben om de wereld te verwerken als ik geen pillen slik. Waardoor het moordende tempo in mijn agenda gepland door de pillen zonder het slikken van de pillen niet meer vol te houden is. En ik op de rem moet gaan staan.
Een kruispunt, of eigenlijk misschien meer, alweer, een rotonde.
Neem ik de pillen en ga ik dus op chemische stoffen in mijn lijf met treinen mee waar ik in wil zitten?
Of neem ik ze niet en kijk naar de treinen waar ik misschien wel op had willen zitten, maar die ik met de grootste inspanning toch steeds op het perron net voor mijn neus zie wegrijden.
Vooraf heb ik bedacht dat ik de pillen op proef constant zou gebruiken om later terug te gaan naar ze gebruiken wanneer ik ze nodig heb.
En nu dat punt er is ben ik bang dat ik niet meer terug durf, omdat ik hou van de snelheid van mijn pillen. Omdat ik ben gaan houden van de vleugels die ze mij geven. Omdat ik hou van het zien van structuren en de pillen dat aan mij bieden. Want de pillen zorgen dat ik ga, maar ook dat ik stil kan staan en alles kan overzien.
Mijn ik zonder pillen is meer een balletje in een flipperkast. Het houdt van de mooie lichtjes en de snelheid, maar heeft geen controle over de redenen van zijn beweging. Iemand anders bedient de flippers. En ik wil die ik niet haten, want die ander, die de kast bedient, ben ik ook, maar die kan ik niet bereiken, en dus haat ik die flipperkast-ik wel.
En daarom houd ik van de pillen.
Wat ik dan weer haat.
Tot de dag dat ik met het recept in mijn hand bij de apotheek stond. En ik weer met een rugzak vol methylfenidaat, andere verpakking dit keer, maar dezelfde pillen, weer buiten stond.
En ik, met een pil op, kon besluiten dat ik misschien teveel van mijzelf vraag als ik nu besluit ze niet te nemen. Er gebeurt te veel om nu te gaan experimenteren, de pillen zijn er, ik kan ze nemen, ik moet het niet, maar het mag. En als ik er baat bij heb, waarom niet? Als ik mijzelf met pillen op dit moment net even iets beter snap, begrijp en van mijzelf kan houden, waarom zou ik dan nu zeggen: "doe maar niet."
En dus ben ik weer begonnen.
In eerste instantie weer direct in mijn strakke wekker-regime. Tot de nacht waarop ik op tijd wilde gaan slapen en uiteindelijk tot half vier nog het halve huis heb opgeruimd omdat in mijn bed de rebound-kriebels begonnen.
Nu neem ik de pillen als ik ze wil gebruiken, als ik moet werken, als ik dingen gedaan wil krijgen of als ik het idee heb dat de wereld mij overspoelt.
En dat is niet drie keer per dag, soms maar één keer en er zijn zelfs dagen dat als voor de derde keer het alarm gaat om 17 uur, ik denk: 'oh ja, ik had pillen kunnen innemen vandaag.'

dinsdag 25 oktober 2011

Dag Vijftig

Hoe te beginnen?
Dat het mij niet lukt om woorden op papier te krijgen die kloppend zijn, is iets dat mij kan frustreren.
Het betekent een steeds groter wordend niets weten.
Als de pillen zijn uitgewerkt buitelen de woorden over elkaar in een grote brei van onzin en nutteloosheid.
Als de pillen werken ontstaat er een stilte waarin heel veel gebeurd, maar waarin woorden te kort schieten. Stilte brengt gevoel waar ik geen vocabulaire voor heb.
Voor het eerst in mijn leven sta ik stil. Ik observeer zonder conclusies. Ik doe niet het eerste dat in mij opkomt, meestal hard wegrennen. Ik wacht. En achter mijn eerste impuls van 'weg weg weg' blijkt een hele nieuwe wereld van mogelijkheden te liggen. Misschien nog te groot om aan te pakken, maar het kan. En daarvan kan ik al genieten. Mijn station blijkt uitgebreider dan die ene, altijd vertrekkende, trein. Na die trein komt er nog een en op een ander spoor vertrekken er nog een paar, of ze staan stil te wachten op passagiers.
En mijn station blijkt een uitstekende zitplek te hebben waar ik uitzicht heb op alle arriverende en vertrekkende treinen. En ik heb de tijd. De tijd om te zitten, te wachten, het spoorboekje nog eens te bekijken, omdat mijn station best prima is op dit moment.
Natuurlijk krijg ik het soms benauwd, ren heen-en-weer van trein naar trein, spring er in, klaar voor vertrek, om op het moment dat de fluit klinkt er toch maar weer uit te springen.
Het klinkt als rusteloos en een grote chaos, maar mijn treinen zijn vrij hi-tech en geluidloos. En er is altijd mijn stoel, waar ik naar terug kan gaan, zitten, kijken, luisteren, een kopje thee er bij.
En als ik zit is er een weten. Een weten dat welke trein ik ook neem, het de juiste zal zijn. Omdat ik de controle heb over het arriveren en vertrekken daarvan.
Een controle waar ik nog wel even aan moet wennen. De tijd nemen om hem mij eigen te maken. Het zeker weten dat het goed komt stel ik nog even op de proef, want nieuwe dingen, die vertrouw ik niet zo. Mijn oude gedrag test mijn nieuwe gedrag. En die laatste lijkt zich prima te houden. Het wachten is op het moment dat ik het oude voor het nieuwe durf in te ruilen, omdat terug dan geen optie meer is.

- Posted using BlogPress from my iPhone

woensdag 12 oktober 2011

Dag Vierenveertig

Als ik mijn gedachten niet meer hoef te temmen
omdat het stil is in mijn hoofd
lijkt het leeg.
Als mijn hoofd niet meer werkt
om grenzen af te zetten
is de wereld groot.
Te groot om te omvatten
te leeg om leuk te lijken.
Nu het denken is gestopt
is er zoveel mogelijk
maar lijkt niets te kunnen.
Omdat ik stappen heb gemist,
kansen niet gegrepen
mijzelf niet echt begrepen.
Met mijn hoofd buitenspel
is er alleen maar ik.
Maar wie dat is ben ik vergeten.
En dus zijn er de tranen,
om wat was,
om wat is,
om wat kon,
om wat kan.
Om de vrijheid van teveel keuze
en het gebrek aan vertrouwen
in een ik die mij niet kent.

En ergens springt het zeker weten
dat alles goed zal komen.


- Posted using BlogPress from my iPhone

Dag Drieenveertig

Wiehoeoe!
Zie net op het nieuws dat er een medicijnverstrekker mét timer is die dus je medicatie uitgeeft wanneer je hem in moet nemen. Meer dan de helft van de mensen die regelmatig medicijnen gebruikt vergeet ze wel eens namelijk.
Alleen...
Heeft u het ook gezien?
Het ding waar de medicijnen inzitten is ongeveer zo groot als mijn halve rugzak. Dan moet iedereen er zometeen twee... Die ander voor de medicijnen tegen de hernia die je krijgt van het rondzeulen van dat ding!
Ik houd het even bij mijn vertrouwde wekker!
Slaap lekker.

- Posted using BlogPress from my iPhone

dinsdag 11 oktober 2011

Dag Tweeenveertig

Tijd om te voelen of tijd om te schrijven? Ik heb niet eens tijd om adem te halen.
Zouden het de pillen zijn waardoor ik tegen alles 'ja' zeg en daardoor heel Rotterdam en omgeving al dagen doorkruis op mijn fiets. Of is het weer mijn overenthousiaste fase? Het bekende geval van denken dat ik alles aankan en al mijn dagen volplannen waardoor vooral rust en slapen er nog wel eens bij inschieten.
En het eind van het liedje is dan vaak dat ik ziek op de bank lig.
Maat houden, mijn grenzen vooraf inschatten, ik kan het niet. En dus doe ik het een of het ander.
Niets of alles.
Op het moment is het alles.
Met een klein verschil.
De tijd die ik nodig heb om te verwerken.
Als ik stil zit op de bank is het stil.
Stil in mijn hoofd. Dagen, gesprekken en acties passeren de revue. Maar in plaats van door elkaar te lopen, tegen elkaar op te botsen en een brei van emoties en gedachten te vormen waar geen touw aan vast te knopen is en niets met elkaar te maken heeft, maar toch ook hetzelfde lijkt, zijn het nu losstaande feiten, die ook weer verdwijnen. Het blijft niet hangen, ik neem het niet mee in een nieuwe situatie waarin het niet thuis hoort.
Het komt mijn hoofd in en de pillen zorgen ervoor dat ze ook weer naar buiten kunnen.
Ze hebben de sleutel van mijn achterdeur gevonden.
En ik kan voelen dat het rennen van de afgelopen dagen zijn weerslag heeft op mijn lijf dat door dezelfde pillen zijn vetreserves is gaan aanspreken en daardoor minder aankan dan mijn hoofd nu.
En dus heeft mijn lijf vandaag wat rust al blijven mijn gedachten to do lijstjes maken.
Maar die zijn er morgen vast ook nog wel.

- Posted using BlogPress from my iPhone

donderdag 6 oktober 2011

Dag Zesendertig









Mijn hoofd loopt over van ideeën.
In plaats van er in te verzuipen en stil te staan kan ik ze pakken, bekijken en weggooien of uitvoeren.
Chaos wordt structuur.

- Posted using BlogPress from my iPhone


woensdag 5 oktober 2011

Dag Vijfendertig

Ik hou van woorden. Als ik ze hoor zie ik een plaatje in mijn hoofd. Woorden als 'kast', 'agenda' en 'routeplanner'. Ik zie wat er wordt gesproken.
Vandaar ook dat ik van lijstjes houd. Met ADD maak ik 'Thomas-lijstjes', door mijzelf zo genoemd naar een verhaaltje dat ik ooit las. Thomas schreef briefjes met dingen die hij niet mocht vergeten en die hing hij om zijn nek. Thomas had denk ik ook ADD, want hij was niet in staat bij- van hoofdzaken te onderscheiden en dus bezweek hij bijna onder de briefjes en touwtjes met daarop: 'ademhalen', 'ik heet Thomas' en 'wolken zijn wit'. Mijn ADD-lijstjes begonnen met: opstaan, ontbijten, tandenpoetsen, douchen, waarna dit allemaal weer was doorgestreept en daaronder stond: dit briefje lezen! (hierin ben ik ook gewoon erfelijk belast, mijn vader had een to-do-lijstje gemaakt voor als ik geboren werd en dat begon ook met: 'dit briefje lezen!') Ik kon een hele dag kwijt zijn aan het schrijven van een to do waarna er geen tijd meer over was om dit ook te doen.
Mijn pillenlijstjes zijn beduidend korter, als ik al niet alles heb uitgevoerd voordat ik er aan toe kom om het op te schrijven.
Woorden creeeren voor mij rust in de chaos van mijn hoofd, ze zijn praktisch en uitvoerbaar.
Woorden als 'liefde', 'woede' en 'onzekerheid' zijn echter verwarrend. Ze zijn niet in plaatjes uit te drukken en blijven daardoor hangen in mijn hoofd. Ze zijn niet praktisch en niet tastbaar. Ze creeeren chaos omdat ze nergens in passen.
En dus heeft mijn psycholoog mij verbannen naar mijn bank. In tegenstelling tot wat veel mensen denken te weten naar aanleiding van films heeft mijn psycholoog zelf geen bank. Wel drie stoelen waardoor ik steeds denk dat er halverwege ons gesprek nog iemand komt aanschuiven. Maar ik ben dus verbannen naar mijn eigen bank.
Om te zitten en te voelen. Grr.
Ik wil iets doen als ik daar zit, maar dat mag niet. Het liefst wil ik woorden geven aan wat ik voel, mooie woorden, maar ook dat mag niet. Alleen moet ik het wel onthouden zodat ik het volgende week weer kan vertellen. En tsja, daar heb ik toch woorden voor nodig. Woorden waarvan ik nu merk dat ze niet toereikend zijn. Er is geen woord voor de brij aan gevoelens die in die ene minuut bank door mij heen gaan.
En dus heb ik deze week gekleurde pennen gekocht om gebruik te maken van mijn ADD-kracht, creativiteit.
Ik zet gevoelens om in beeldjes, zodat ik ze kan onthouden en niet in de komende dagen verfraaien of verdoezelen met netjes geformuleerde zinnen en beeldspraak.
Omdat er soms is wat er is en daar geen woorden voor nodig zijn.
Dus wie weet de komende tijd minder verhaaltjes, maar meer dit:







- Posted using BlogPress from my iPhone

zondag 2 oktober 2011

Dag Éénendertig

De wereld schuift...
En ik zit daar maar...
En kijk er naar...
Naar hoe het schuift,
hoe het wrikt,
hoe het schuurt,
hoe nieuwe vormen ontstaan,
hoe dingen splijten,
hoe zij zich mengen,
Ik zit
Ik kijk
En steek geen hand uit
Probeer er niet op te staan
het niet te schoppen
of te slaan
te liefkozen
of te aaien
ik omhels niets
en wijs niets af

Er is wat is
En ik vraag mij af
Is het van mij?

vrijdag 30 september 2011

Dag Dertig

Middenin mijn klaslokaal als ik de groep net stil heb en iets sta uit te leggen hoor ik ineens 'dingdong dingdong'. Klas weer onrustig, ja daar is noet zo veel voor nodig, "Juf Juf, wat is dat?" Tijd om jullie allemaal een pilletje te geven, denk ik, maar ik zeg niets. Sommige momenten zijn nu eenmaal niet handig om die stomme pillen in te moeten nemen. Op de fiets... In de trein... Voor de klas... Tijdens een vergadering... Om het voor mijzelf makkelijk te maken zou ik alles moeten laten vallen om dan die pil in te nemen, maar ja, hoe leg je dat uit? Alhoewel ik er best eerlijk over durf te zijn is het innemen van die pil toch ook een schaamtevol moment, ik word even met mijn neus op de feiten gedrukt en iedereen kan dat aanschouwen. En dus gaat dat alarm wel af, maar moet ik dan toch vooral besluiten om ze maar later in te nemen. Waardoor eigenlijl het volgende alarm weer te vroeg gaat en ik alsnog sta te rekenen. Of ik denk een uur later: 'had ik ze nou al ingenomen?' Van andere ADD'ers hoor ik gepraat over chaos-coaches... Is er ook een pillencoach? Dus probeer ik het innemen zoveel mogelijk thuis te plannen, of even snel, op straat voordat ik op mijn fiets stap. Als iedereen die medicijnen slikt op vaste momenten dit open en bloot zou doen, zouden we dan schrikken hoeveel er per dag aan medicijnen wordt verstouwd?

woensdag 28 september 2011

Dag zevenentwintig

Het leven beweegt, op alle fronten. Ik was er voor gewaarschuwd aan het begin van mijn therapie. Als ik ga bewegen zal mijn hele omgeving gaan bewegen. Laconiek als ik ben dacht ik dat dat wel mee zou vallen, 'wie dan leeft, wie dan zorgt.' En zo hard als ik in het begin stappen vooruit deed, zo hard ben ik nu stil komen te staan, alleen mijn wereld nog niet. Die is gaan bewegen en ik heb daar geen controle over. Tot mijn frustratie. De rollen zijn omgedraaid. De omgeving beweegt en ik moet gaan bewegen. Alleen beweeg ik mee of ga ik een andere kant uit en laat dat wat was voor wat het was? Ik weet het niet. De pillen weten het ook niet. Ik vind het steeds moeilijker om ze op tijd in te nemen wat de meting van de effecten er niet makkelijker op maakt. Dus heb ik drie wekkers ingesteld op mijn telefoon. Uitslapen is er dus niet meer bij, want om de effecten te weten zal ik toch echt 's morgens mijn pil in moeten nemen op een vaste tijd. De computer, tv en telefoon staan tegelijk aan en ondertussen lees ik een tijdschrift of haak een bloem. Voorheen was het geen probleem, alhoewel ik aan geen van de dingen volledig toekwam kreeg ik van alles genoeg mee om het bij te houden. Nu irriteer ik mij mateloos aan het geluid van kletsende mensen ui mijn TV wanneer ik gewoon dit blog probeer te schrijven. De dingen die ik doe doe ik met meer aandacht. Maar weten dat ik zonder pillen in staat ben om meer tegelijk te doen frustreert nog wel eens. Toch kan ik er ook van genieten. Omdat niet alleen mijn verhaal nu helemaal af is, maar ook mijn lesvoorbereidingen klaar, mijn kleren opgevouwen, mijn bureau opgeruimd en het is nog niet eens bedtijd. Het mag voor velen klinken als een vrij normale avond, maar voor mij is de ervaring van mijn bed in stappen zonder eerst te struikelen over op te ruimen spullen, zonder losse eindjes, zonder lange to-do-lijsten een hele nieuwe ervaring.

vrijdag 23 september 2011

Dag Zeventien+

Uit Balans.
Er hoeft nog niet veel te gebeuren of mijn ritme is verstoord.
De pillen beginnen een deel van mijn leven te worden en zoals vaker met dingen die een deel van mijn leven zijn vergeet ik ze wel eens.
Letterlijk.
Vanmorgen dus. Het was al half elf toen ik mij bedacht dat ik vandaag nog geen pillen had ingenomen. En dan wordt het rekenen, als ik er dan drie inneem is de laatste pas om half elf uitgewerkt, dan kan ik sowieso niet slapen. Als ik er twee inneem moet ik dat op een praktisch moment doen zodat ik er het meest 'plezier' van heb.
Want dat ik er plezier van heb begin ik wel te merken. In plaats van te denken of ik iets zou kunnen doen en hoe dan begin ik aan dingen en kan mijzelf er beter toe zetten ze af te maken.
Het is nog klein, maar er beginnen systemen te ontstaan in mijn omgeving. Systemen die ik zelf heb gecreerd.
Opruimen bestaat niet meer uit als een kip zonder kop spullen verplaatsen, maar ik kan mij focussen op een onderdeel en dat tot het eind volbrengen. Dingen belanden in de kast waar ze horen, of in de richting van waar ze horen. En aan het eind van mijn onderneming is de tafel leeg!
Maar goed, dan moet ik ze dus wel blijven innemen, op de juiste tijd.
Het stoppen voor twee dagen is mij achteraf toch minder goed bevallen. De bijwerkingen die al stukken minder waren dan in het begin kwamen kneiterhard weer terug.
Op het moment dat ik wilde slapen was ik klaarwakker waardoor ik veel te laat in slaap viel, om vervolgens om zes uur 's morgens alweer wakker te zijn en te moeten bewegen.
De hartkloppingen waren ook weer een aantal keren van de partij, en daar word ik nou niet echt rustig van.
Het probleem van de pillen inplannen is dat ik ze moet innemen wanneer ze zijn uitgewerkt en de ADD op volle kracht.
Mijn telefoon wordt dus weer mijn beste vriend, alarm er op en gaan!

dinsdag 20 september 2011

Dag Zestien

Ik ben ziek.
Echt echt echt ziek, zoals je ziek bent als je vijf bent.
Snotterdesnotter op de bank,
alleen maar TV kunnen kijken,
rare dromen over olifanten op fietsen en badend in het zweet wakker worden.
Als ik zo ziek ben leef ik in mijn eigen wereld.
En dus heb ik de pillen niet ingenomen.
Planning en structuur heb ik bij slapen niet nodig.
Maandag dan.
Vanmorgen dacht ik dat nu weer geen pillen innemen ook wel eens nadelig kon gaan werken, misschien komen de bijwerkingen wel terug als ik ze dan weer gebruik of ga ik weer zo genieten van mijn ADD-wereld dat ik ze niet meer in wil nemen.
Dus heb ik er vanmorgen wel een ingenomen...
En verder geslapen.
Kortom, weinig gemerkt, behalve een verschrikkelijke nare hoofdpijn 's middags, maar na gaan waar die bij hoort is nu onmogelijk.
Dus heb ik het vandaag maar gelaten bij een pil.
Morgen hopelijk weer wat beter.
En dan wel de pillen innemen.
En hopelijk niet weer terug bij af met de bijwerkingen.

zondag 18 september 2011

Dag Vijftien

Gistermiddag werd ik tegendraads. Ik neem die laatste pil gewoon niet! Handig... Want mijn collega's kwamen eten en aangezien ik ook moest werken had enige rust en structuur mij wel geholpen in alle drukte die komt kijken bij 'gastvrouw' spelen. Maar ik had mij iets in mijn hoofd gezet. Heel eerlijk mede ingegeven door het feit dat ik wel een wijntje wilde drinken. De pillen en alcohol, het staat op de verpakking nog extra vermeld, is een no go! Ik dacht dat dat wel mee zou vallen en dus heb ik vorige week op een avond twee biertjes op. Zeer voorzichtig en netjes dus. Ik was aan het eind van de avond meer vrolijk van alle glazen cola dan van de alcohol. Tot de volgende morgen. Het liefst had ik die dag mijn relatie met de wc-pot eens aangehaald. Maar ik moest werken. Met het gevoel alsof ik net door vijf treinen overreden was. Jum! De pillen dempen de alcohol maar vergroten het kater-gevoel, of creeeren die gewoon op eigen houtje. Goed, ik had trek in een wijntje en nam dus mijn derde pil niet. Tot grote hilariteit van mijn collega's die mijn ADD-kook-perikelen mochten aanschouwen. Pannen op het vuur laten staan zonder iets er in, om na vijf minuten niet te weten wat je er in had willen doen. Twee uien pakken waarvan je er eentje geschild en gesneden in de pan gooit om dan te bedenken dat er twee in moesten, maar waar was die tweede nou gebleven? Na flink zoeken, en zo groot is die keuken niet, vond mijn collega de ui boven de prullenbak. Aan het eind van de avond vond ik daar ook twee scharen... Wat ze daar deden? Vergaderen met de uien? Het is niet erg. Het is mij bekend. Ik haal er mijn schouders voor op. Want als ik er steeds chagerijnig van word kan ik bezig blijven. Op deze manier heb ik elke dag iets om te lachen. Ik word chagerijnig als mijn omgeving verwacht dat het goed gaat, niet snapt dat ik iets vergeet of chagerijnig wordt omdat het mij niet lukt mijn ondernemingen praktisch en zonder problemen af te ronden. Gelukkig konden mijn collega's het waarderen, "hey, nou zien wij inderdaad ook je ADD!" Ja, fijn! En verder hadden ze niets te zeuren, de sla hadden ze zelf gemaakt (op advies van Vriend kan ik nu soms ook hulp vragen...) en de groententaart zag er uit als taart, had groenten en was gaar. Verder zaten er geen schillen of stukjes plastic in. Beter kan niet!

vrijdag 16 september 2011

Dag Veertien

Daarnet wist ik het nog...
Waar ik over wilde schrijven,
maar ben het nu helemaal kwijt.

Gelukkig nemen de pillen niet alles over.

donderdag 15 september 2011

Dag Dertien

De uitkomst van mijn tocht naar de psychiater.
Ik vind het nogal wat mij te bedenken dat dit in de komende twee maanden verdwenen zal zijn in mijn lijf.
Twee maanden, misschien iets langer. Ik mag gaan experimenteren...
Ik zie er nu al tegen op.
De hulperverleningswereld zit raar in elkaar.
Tegen een ADD'er zeggen dat ze iets moet gaan doen waar ze de uitwerking niet van kent, wat afwijkt van de (nét nieuw aangeleerde!) routine, iets spontaans. Dat is vragen om moeilijkheden. Natuurlijk, als ik iets in mijn hoofd krijg dan moet het regelmatig op dat moment gebeuren, spontaner kan het niet. Maar mij voorschrijven om iets te doen dat afwijkt van het pad? Nuuhu... gedachten dat het mis kan gaan nemen dan de overhand.
Stom...
want twee weken geleden was het innemen van de pillen wat een probleem opleverde.
Twee weken later is het niet innemen van de pillen wat voor weerstand zorgt.
Door mijn nog onregelmatige slapen, weinig eetlust en de stuiterballen-scene hebben we besproken of het niet nemen van de laatste dosis een optie is. Als ik die niet neem zal ik dus tot een uurtje of vijf redelijk de dag door kunnen komen, thuis kunnen stuiteren, daarna eten en na een oude-vertrouwde ADD-avond mijn bedje in.
Ik weet het niet.
Het is een beproefde en door veel psychiaters, psychologen en orthopedagogen aangehangen theorie, de pillen alleen gebruiken wanneer je ze nodig hebt. Kinderen zouden ze bijvoorbeeld op school kunnen nemen en thuis lekker doorstuiteren. Of je neemt ze alleen op een drukke bijeenkomst.
Minder chemische spullen in mijn lijf, het klinkt prima.
Het is ook precies waar ik in de toekomst naar toe wil.
Maar ik geniet ook net zo ontzettend van de rust 's avonds.
Na twee weken beginnen de pillen en de effecten deel uit te maken van mijn dagelijks leven. En tsja, zie ze er dan maar eens uit te krijgen!

woensdag 14 september 2011

Dag Twaalf

De pillen werken niet meer!
Een paar dagen geleden waren hoofd, lijf en omgeving weer een chaos.
Veel willen doen, maar niets gedaan krijgen.
Dingen verplaatsen om ze daarna kwijt te zijn.
Depressieve gedachten en geen confrontaties aan willen gaan.
En daar bovenop de paniek dat de pillen misschien wel niet werken.
En dan?
Dan heb ik dus geen ADD.
Maar ben ik dan gewoon een beetje gek?

Het klinkt stom, maar inmiddels wil ik graag dat ik ADD heb. En dat de pillen dan werken. Omdat ze dan een groot deel van de problemen onderdrukken en zo klein (of groot) maken dat ik er mee kan leren omgaan.
Als ik geen ADD heb zijn die problemen er nog steeds, maar zal ik vele malen meer stappen en grotere stappen moeten zetten om daarmee om te kunnen gaan. En is de kans dat ik in mijn eigen valkuilen stap veel groter.
HELP!

Gelukkig kwam twee dagen geleden het antwoord: ik werd ongesteld.
Meteen internet raadplegen, ADD en hormonen, methylfenidaat en hormonen...
Het was niet makkelijk te vinden (waarschijnlijk omdat op het gebied van AD(H)D bij volwassenen er nog veel terrein te veroveren is), maar uiteindelijk toch een site kunnen vinden.
Vrouwenhormonen en ADD, het is geen ideale combi. Dat wist ik zelf ook al.
In de week voordat ik ongesteld moet worden lijken de ADD-eigenschappen helemaal oncontroleerbaar te zijn, tenminste, dat vermoeden had ik. En dat vermoeden werd bevestigd. Als ik arts was zou ik het wellicht beter begrijpen, maar het heeft te maken met de hormoonstijgingen en dalingen en de invloed daarvan op receptoren en neurotransmitters.
Lucky me.
Het lijkt er dus op dat de pillen in de dagen voordat ik ongesteld word wel alle ongesteldheids-chaos onderdrukken en verminderen. Ontzettend moe zijn, hoofdpijn hebben, emoties die alle kanten op stuiteren, chaos to the max... alle aanwijzingen dat het er aan zat te komen waren weg. Maar doordat die 'aanwijzingen' ook erg lijken op de ADD verschijnselen blijft dat over.
Kortom, als ik ongesteld moet worden ben ik ADD +2, en die pillen zijn in staat om de +2 weg te halen, maar dan blijf ik over met ADD.
En de gedachten dat de pillen niet werken en ik nog harder aan de slag moet.
Maar nu ik weet dat het waarschijnlijk ergens anders aan ligt kan ik niet veel meer doen dan rustig afwachten wat de pillen de komende weken gaan doen en of ik volgende maand dezelfde ervaring heb.

Morgen heb ik een afspraak met de psychiater. Eens horen wat zijn visie hierop is.

dinsdag 13 september 2011

Dag Elf

79.
Een jaar of twee geleden heb ik vier weken lang mijn eetpatroon aangepast, een abonnement op de sportschool genomen en de meest gekke etenswaren in huis gehaald om dit cijfer op mijn weegschaal te zien staan.
Toen het eenmaal zover was heb ik een klein feestje gevierd, nog een tijd geprobeerd mijn new and improved lifestyle aan te houden om vervolgens maar te accepteren dat mijn weegschaal voor de rest van mijn leven tussen de 80 en 85 kilo aan zou geven. En dat ik hiervoor niet al te moeilijk hoefde te doen met niet eten en overdreven veel sporten.
Tot vandaag.
Natuurlijk zou ik een gat in de lucht moeten springen.
Maar ik ben een beetje geschokt.
Natuurlijk, de pillen zorgen er voor dat ik minder honger-gevoel heb. Maar dat ik er in anderhalve week vier en een halve kilo van zou verliezen had ik niet verwacht. Vooral niet omdat ik voorheen, als ik minder at om af te vallen, mij hiervan constant bewust was. En nu heb ik niet gegeten zonder er bij na te denken.
Erger nog.
Ik heb bewust wél gegeten. Iedere keer als het tijd is voor mijn pil denk ik: "Ook een boterham!" Allereerst omdat het nemen van methylfenidaat met eten de misselijkheid zou tegen gaan, maar ook omdat ik nu weet dat een half uur na de pil mijn eetlust begint af te nemen. En een uur na de pil wordt eten zelfs een soort onderneming waarbij iedere hap voor meer weerstand zorgt.
Vriend keek gisteravond triomfantelijk naar onze borden: "Eerder klaar dan jij, dat is nog niet eerder gebeurd!" Ik moest hem teleurstellen, de eet-wedstrijd-uitslag is alleen geldig wanneer beide partijen hun bord leeg eten. En voor de zoveelste keer ging mijn eten de koelkast in, voor morgen-middag.
Anorexia. Het staat beschreven als een van de bijwerkingen in de bijsluiter. Toen ik het las moest ik een beetje gniffelen. Anorexia is voor mij altijd een mentale ziekte geweest. Een mentale afkeer van eten om je aandacht af te leiden van andere problemen. Ik begin te vermoeden dat de anorexia in de bijsluiter een fysieke afkeer van eten inhoudt. Voor iemand die erg van eten houdt, of moet ik zeggen hield, inderdaad een gedachte om van te gniffelen, of zelfs schaterlachen.
Totdat het tijd is voor je pil en je buikpijn krijgt bij de gedachte dat je dan moet eten...
Gelukkig kan ik het hebben, die paar kilo minder.
Alleen het gevoel van niet willen eten, de dropjes op de kast niet meer te horen roepen: 'pick me! pick me!' en de chips in de kast niet meer horen fluisteren: 'jummie jummie! ik lig hier! je kan mij opeten!', daar moet ik even aan wennen.
Niet meer wanneer ik er trek in heb ga ik eten, maar wanneer de tijd zegt dat ik ga eten. Het moet een onderdeel worden van mijn dagstructuur, ik moet het inplannen.

Zei ik nou structuur? Zei ik nou plannen?
Die pillen werken misschien al wel beter dan ik zelf door heb.

maandag 12 september 2011

Dag Tien

Het lijkt alsof de pillen langzaam rust creeeren.
Dat is mooi, want daar waren ze voor bedoeld.
Maar het is ook verwarrend.
Want, zijn dit de effecten van de pillen? Of is het een placebo-effect?
Ik neem die pillen in, weet dat ze iets zouden moeten doen, weet in welke richting ze iets zouden moeten doen, misschien doe ik dat dan onbewust wel zelf.
De tijd zal het uitwijzen.
Tijd.
De klok en ik zijn de beste vrienden, maar ook de grootste vijanden de laatste dagen.
Als ik mij onrustig voel kijk ik eerst op de klok, zijn het de pillen die uitgewerkt zijn of is er iets anders waar ik onrustig van word? Moet ik al een nieuwe pil innemen? Tot hoe laat werken ze en wanneer moet ik mij dus voorbereiden op mijn rebound en even een rust moment inbouwen?
Tijdens mijn rebound momenten neem ik mijzelf en mijn gevoelens weinig serieus. Dat kan ook niet, want ik verander dan. Ik word een grote brei van gedachten en emoties, een pruttelende en spetterende stoofpot, vijf puzzels van 1000 stukjes die iemand door elkaar heeft gegooid waardoor nu niets meer in elkaar past.
Toch zijn het juist die momenten dat ik het meest leer over mijzelf en mijn ADD. En het zijn daardoor ook de momenten waarop ik het liefst in een hoekje ga zitten wachten tot het over is.
Ik wil en kan nog niet zien dat ik dan oog-in-oog sta met mijn ADD. Met de dingen die mijn losse draadjes, die kleine biologische afwijking, met mij doen. Die gevoelens van onrust, onzekerheid en het overzicht niet hebben waar ik al jaren mee worstel, springen dan ineens in tienvoud door mijn lijf.
En het is eng om te weten dat dat er is.
Enger misschien wel om te weten dat ik daartegen jaren heb gevochten.
En het allerengst dat er pillen zijn die deze gevoelens en gedachten wegnemen.
Want ik heb altijd het rotsvaste vertrouwen gehad dat ik dit zelf kon oplossen. Er mee kon leven en het draagbaar maken. Ik heb er tegen gevochten omdat ik niet wilde dat het er was. Ik wilde dat het stopte, weg ging en nooit meer terug zou komen.
De pillen herinneren mij er drie keer per dag aan dat het vechten geen zin heeft.
Ze herinneren mij er aan dat ik ADD heb, dat ADD mij heeft, maar ook dat ik ik ben en dat ik zal moeten accepteren dat de ADD er is. Dat het vechten nutteloos is, omdat ik niet zal winnen. Dat het enige wat ik kan doen nog accepteren is. Accepteren dat ADD er is, in mij en met mij.
En dat accepteren houdt niet meer in dat ik maniertjes verzin om om mijn ADD heen te lopen, hem te verbergen, stiekem voorbij te sluipen, de ADD behapbaar te maken.
Accepteren betekent dat ik mijn zwaard en schild moet laten liggen, mijn ADD een arm geven en samen verder lopen.
Is het erg als ik voorlopig nog eventjes achter mijn schild naar mijn ADD blijf kijken?
horen hoe hij gromt,
voelen hoe hij schuurt,
zien hoe hij slaat,
kijken hoe hij kleurige slingers ophangt,
feestjes organiseert,
danst, zingt, springt en lacht,
ik weet zeker dat het er allemaal bij hoort.
Maar nu nog even niet voor mij.
De tijd zal het uitwijzen.
Ik, ADD, de pillen en de tijd...
Mijn horloge heeft het in elk geval al opgegeven, sinds gisteren staat hij stil.
Goed om die nog even om te houden.
Om te bedenken dat ik ook stil mag staan.
Stil naast mijn zwaard, achter mijn schild, kijkend naar mijn ADD terwijl ik weet dat hij ook naar mij kijkt.

zaterdag 10 september 2011

Dag Negen

Er zitten uren in een dag.
Uren die ik niet meer spendeer aan denken.
En dan?

vrijdag 9 september 2011

Dag Acht

Er zit een klein, maar hardnekkig, stuiterballetje in mijn buik wanneer ik wil gaan slapen.
Ik stuiter gezellig mee op en neer, maar kan mijn energie nergens kwijt. Op de fiets naar huis heb ik extra hard gefietst in de hoop leeg te lopen en zo mijn bed in te kunnen rollen. Maar nee.
Ik heb honger, mijn mond moet bewegen, mijn ogen schieten heen-en-weer, mijn benen wiebelen, ik heb honger (of had ik dat al gezegd?), of nee, toch geen honger, ik moet lopen, nee, kletsen, nee, iets...
Vriend kijkt mij verwonderd aan, hij was al bijna klaar om lekker te gaan slapen en nu wordt hij ineens overspoeld door mijn lava van ongecontroleerde energie.
Dingen verplaatsen, ze daarna zoeken, zitten, tanden poetsen, toch niet, met mijn handen wapperen, onlogische zinnen produceren in de hoop iets uit te leggen.
"Doe even de zonnegroet, daar wordt je vast rustig van."
Gekke Henkie. De zonnegroet betekent mijzelf gecontroleerd en geconcentreerd bewegen. Nu de pillen zijn uitgewerkt lukt dat niet. Mijn synapsen, receptoren en wat al niet meer van invloed is, draaien overuren. Alle controle ben ik kwijt.

En het gekke is dat ik ondertussen prima weet wat er aan de hand is. En ook weet dat als ik mijzelf er toe kan zetten de zonnegroet te doen ik zeer waarschijnlijk ook echt rustiger zal worden.
Maar dat 'kleine' omkeerpunt waarbij ik mijn ongecontroleerde energie moet omzetten in iets productiefs is op zulke momenten een ontzettend grote drempel, een onneembare vesting.
Ik herken het van al mijn studies, dat punt waarop ik dat wat in mijn hoofd zat op papier moest krijgen voor het inleveren van een tentamen. Het lukt niet. Ik weet dat het er zit, ik kan het voelen, ik kan het aanraken, maar het wil mijn hoofd niet uit. Als het mij wel lukt om het er uit te trekken sta ik vaak met maar een half stukje of een zeer beschadigd suk in mijn handen, een zes in plaats van de acht die ik wist dat het zou moeten zijn. En ik sla mijzelf voor mijn kop en kan niets anders doen dan wachten totdat het besluit in zijn geheel naar buiten te komen. Waardoor mijn omgeving denkt dat ik lui ben, niet wil of het simpelweg niet kan. En om het voor mijzelf te begrijpen denk ik dat dan ook maar...

Gisteravond heb ik mijzelf eens flink toegesproken, ben gaan staan en heb de zonnegroet gedaan. Deels.
Want er stond natuurlijk een tafel die ik weg moest schuiven omdat ik er halverwege tegenaan stootte. Evenals dat ik mijzelf moest verplaatsen omdat ik de lamp van het plafond sloeg. En ondersteboven hangend ontdekte ik ineens een van mijn knutselspullen die opgeborgen moest worden. Drie minuten later stond ik in de keuken mij af te vragen wat ik daar deed...

Mijn rebound en ik hebben nog de hele nacht liggen vechten.

donderdag 8 september 2011

Dag Zeven

Ik ben moe.
Moe van proberen te denken of dat wat ik ervaar er is of eigenlijk toch niet echt.
Moe van denken aan proberen te voelen.
Moe van accepteren dat het misschien wel is wat het is.
Moe van het vechten tegen wie ik ben.

En doordat ik moe ben,
stopt mijn gevecht.
Is er wat er is.
Denk ik niet aan denken,
maar ervaar.

En dan blijkt dat het leven zo simpel is,
want het is.

woensdag 7 september 2011

Dag Zes

Staand op de roltrap doorzoek ik mijn tas.
Niets.
Mijn kleren zijn doorweekt, een hard rukwind heeft mijn paraplu de prullenbak in geblazen en toen was ik nog niet eens halverwege mijn tocht naar het metrostation.
Nog een keer haal ik al mijn spullen uit mijn tas, voel in alle vakjes en rits alles open en dicht.
Weer niets.
Ik moet huilen en lachen tegelijk.
Mijn portemonnee met alle pasjes en dus ook mijn OV-chip ligt nog thuis en ik moet over een kwartier in het centrum staan voor een belangrijke afspraak. Dat ga ik nooit redden. Zwart rijden zit er niet in met die ijzeren hekken tegenwoordig (en is heel eerlijk gezegd ook niet echt mijn stijl!).
Toch glimlach ik een beetje.
Een overwinnings-glimlach.
Ik ben iets vergeten... Ik ben iets kwijt... Ik heb iets ondoordacht gedaan.
Ik ben weer mijzelf!
Blijkbaar hebben de pillen geen vat op mijn vergeetachtigheid en kunst om alles kwijt te raken.
Terug naar huis, portemonnee halen, te laat toch mijn afspraak (succesvol) afronden en na wat boodschappen (waarbij ik overigens op mysterieuze wijze een flesje water ben verloren, het ene moment had ik het in mijn hand, toen ik het nodig had was het weg!) weer terug naar huis met de metro.
Wanneer ik de poortjes wil verlaten bekruipt mij een welbekend gevoel. Het begint met mijn maag die zich samentrekt, mijn hoofd dat mij precies kan vertellen wat ik niet wil dat er is gebeurd, klam zweet dat in mijn handen staat en een lijfelijke onrust waardoor ik alle tassen die ik bij mij heb moet doorzoeken. Weer haal ik alle spullen uit mijn tas, blader door alle boeken, rits vakjes op en dicht en voel in alle hoekjes. En toch is het echt waar...
Ik ben mijn OV-chip-kaart kwijt. En ik heb er al mee ingecheckt, wat dus betekent dat ik nu achter poortjes sta waar ik niet meer uit kan.
In een ver verleden was ik al zo slim geweest om een anonieme OV-chip te kopen. Mijzelf kennende wist ik zeker dat ik dat ding binnen mum van tijd kwijt zou raken en dat dan al mijn gegevens en aan de kaart gekoppelde bankrekening op straat zouden liggen. In al die jaren ben ik het ding geen een keer kwijt geweest. Ok, één keer, maar toen zat hij gewoon in mijn andere jaszak, dus dat is niet echt weg.
Anne vs. Pillen, één - nul.

Of toch niet?
Zouden juist die pillen er voor hebben gezorgd dat ik vandaag allerlei dingen vergeet?
In mijn hoofd krioelt het namelijk van de schema's, lijsten, stambomen en verhalen. Die zorgen er voor dat ik vaak met mijn hoofd niet in het hier en nu ben en dingen vergeet. Wanneer dit echter te vaak gebeurt wordt er een nieuwe lijst gemaakt.
Zo is er de 'huis-vlak-voor-vertrek-checklist', die gaat ongeveer zo:
- Zijn alle lichten uit?
- Gaat het regenen en zo ja, zijn alle ramen dicht?
- Staat de kachel uit?
- Moet ik naar de WC?
En de 'heb-ik-al-mijn-spullen-checklist',
- Waar is mijn tas?
- Heb ik een rugzak nodig?
- Waar zijn mijn sleutels (dit is de bottle-neck van de checklist, want die moeten vaak gezocht worden waardoor ik de rest vergeet, vandaar dat ik de sleutels tegenwoordig onderaan de trap laat liggen waardoor ze zijn verplaatst naar mijn 'voordeur-bij-vertrek-checklist'.)
- Heb ik mijn telefoon?
- Heb ik mijn portemonnee?
- Heb ik mijn agenda nodig en zo ja, heb ik die ingepakt?
Het stellen van deze vragen aan mijzelf moet ik bewust doen. Doe ik het niet dan is de kans groot dat ik daadwerkelijk iets vergeet. Wanneer ik verplaatst word (op vakantie of verhuizen) moeten alle lijstjes weer worden herschreven. Gestoord worden in mijn vragenlijst kan ook funest zijn. Dan vergeet ik namelijk de gehele vragenlijst of moet weer bij het begin beginnen. Jammer genoeg word ik vaak gestoord bij mijn checklist, zowel door anderen (die niet kunnen zien dat ik de lijst afloop) als door mijzelf. Vaak halverwege de lijst moet er namelijk ineens iets anders, iemand bellen, toch nog even mijn e-mail bekijken, toch wel naar de WC, andere schoenen aan, mijn sjaal zoeken enz. enz.
Kortom, vlak voordat ik weg ga is het een drukte van jewelste, in mijn hoofd.
Maar het gaat ook al langere tijd erg goed met niets vergeten... Dus dan neem ik al dat afvinken maar voor lief.

En die drukte is nu een beetje weg.
De pillen onderdrukken die drukte. Maar zonder dat ik het doorhad dus ook mijn vangnet van lijstjes.
En dan komt dus mijn eigen slordige, chaotische- ik weer naar boven.
Gezellig.
Want daar sta je dan, achter een groot ijzeren hekwerk waarvan je weet dat je best met grote kracht jezelf door het poortje kunt duwen, maar dat je dan ook aan de andere kant met veel blauwe plekken weer naar buiten komt (en een rode kop, omdat iedereen kijkt waar dat gekke gepiep vandaan komt).
En dus moest ik om hulp vragen. Altijd een leuke kans om nieuwe mensen te ontmoeten.
Dit keer hoefde ik niet ver te zoeken. Het uitpluizen van mijn tas, tot vier keer toe, had namelijk plaats gevonden naast twee medewerkers van de RET (ook goed om te weten dat zij dus nooit uit zichzelf hulp aanbieden). En precies op het moment dat ik besloot dat ik toch echt echt echt mijn pasje kwijt was liepen zij richting de uitgang. Ik moest nog een sprintje trekken om een van de twee aan te spreken met de vraag wat nu te doen.
Blijkbaar zag ik er zo oververhit, chaotisch en verloren uit dat de RET-meneer mijn verhaal over de verloren chip niet in twijfel trok en mij direct met zijn pasje naar buiten liet.
Vrijheid!

Bedenk mij nu dat ik ook vergeten ben om meteen een nieuwe chip aan te schaffen.
He fijn!

dinsdag 6 september 2011

Dag Vijf

"Ik ben brak."
Vannacht was geen succes, voor Vriend.
Ik werd wakker helemaal bezweet, maar de gehele nacht doorgeslapen.
Denkend dat het wellicht wel af zou nemen heeft hij een hele tijd wakker gelegen en geprobeerd mijn rondslaande ledematen af te weren. En in plaats van in te binden zette ik kracht en probeerde hem echt te raken.
Gisteravond werd mijn lijf ineens wakker. Nadat de laatste pil was uitgewerkt voelde ik de onrust toenemen. Vingers die moesten bewegen, tenen die onbewust gestrekt werden en hartkloppingen. Mijn lijf stond op, maar mijn hoofd was wel toe aan slaap. Vandaar dat ik om half één besloot gewoon in bed te gaan liggen en maar te zien wat er zou gebeuren.
Ik viel gelukkig in slaap, daarmee die van Vriend verstorend.

Op de dagen dat ik niet werk sta ik later op en neem dan dus pas mijn eerste pil. Het is makkelijk rekenen, ik neem er drie, ze werken alle drie vier uur, dus twaalf uur na de eerste inname is de laatste uitgewerkt.
En dan komt de rebound. De rebound waarvoor kinderen vaak slaapmedicatie nemen. De onrust in je lijf. Het lijkt alsof het de hele dag is opgespaard en er in een klap uit moet. 's Avonds, als je eigenlijk je bed in wilt.
Volgens de psychiater zou het helpen om tegen deze rebound een halve pil te nemen vlak voor het slapen. Of misschien zou het helpen als laatste pil niet een hele, maar een halve te nemen? Maar om nou meteen in de eerste weken te gaan experimenteren lijkt mij geen succes.

Door de dag heen ben ik eigenlijk wat timide, maar dat zou ook kunnen komen door alle spanningen en drukte van de afgelopen paar dagen. Heb weer teveel gedaan in een te korte tijd. Iets waar ik mij vaak pas achteraf bewust van ben.
In mijn enthousiasme zeg ik 'ja' tegen net iets te veel afspraken op hetzelfde moment en als het dan zover is krijg ik de afspraken niet in elkaar gepland. Combineren loopt ook vaak uit op een ramp, want als je met je haakwerk in je handtas een festivalterrein probeert op te komen wordt je toch wel vreemd aangekeken door de beveiliging en vriendelijk verzocht je tas leeg te maken.
En hoe leuk ik het vaak ook vind of hoe enthousiast ik er over ben en hoe het ook lijkt alsof het allemaal wel lukt en ik het aan moet kunnen. Ik raak overprikkeld. Mijn hoofd moet rekening houden met iedereen, alles uitvoeren, alles zien, alles horen en kan daardoor niet meer voelen hoe het met mijzelf gaat. Ik sla door. Als een klein kind dat te lang wakker is en dan helemaal niet meer lijkt te kunnen slapen en volledig over zijn toeren is.
Die overvraging begin ik steeds beter te (h)erkennen bij mijzelf. Van een periode waarbij ik tegen alles 'nee' zei, bang dat ik er van uit balans zou raken, naar een gulden middenweg.
Het is nog te snel om te merken wat de methylfenidaat hierin doet.

Waar ligt mijn grens als mijn hoofd niet meer alle omgevingsprikkels opneemt?

maandag 5 september 2011

Dag Vier

4.15
Het licht van mijn telefoon schijnt in mijn gezicht.
Alweer.
De laatste paar nachten schrik ik rond vier uur wakker en kijk op de klok of ik op moet staan. Ik ga dan maar even naar de WC of speel een spelletje op mijn telefoon. Vannacht was het een muggenbeet die voor het nodige vertier zorgde, de jeuk begon bij mijn pink en op het moment dat ik probeerde al mijn vingers en arm tot aan mijn ellebogen tegelijk te krabben heb ik toch maar de After Bite gepakt.
Alhoewel ik toch echt dacht rustig te doen werd Vriend er wakker van. Het is zwaar om met mij een bed te delen. Want zelfs met pillen gaat 's nachts het ADD-ritme door. Ik woel, smak, draai en op goede dagen sla en duw in mijn slaap, terwijl ik er zelf rustig doorheen slaap. Maar blijkbaar word ik nu dan toch wakker van mijzelf.
Om half vijf heb ik nog even overwogen om er uit te gaan, maar gelukkig viel ik rond vijf uur toch wel weer in slaap.

Gisteren hebben de pillen en ik een goede dag gehad. Ik heb zelfgemaakte spullen verkockt op een creatieve markt. Volgens mijn moeder heb ik sinds lange tijd iets gedaan dat ik van begin tot eind heb afgemaakt.
Zaterdagavond heb ik nog 'gewoon' alle opties overwogen om niet te gaan.
De methylfenidaat was uitgewerkt en ik begin nu de verschillen te merken. Ik twijfel veel meer, kom niet tot handelen, laat mij sneller opfokken en gevoelens en gedachten tuimelen over elkaar heen in een wir-war van woorden en prikkels.
Het is een soort vuurtje dat dan oplaait en bezit neemt van mijn hele lijf. Ik herken het vuurtje wel, het vindt alles stom, denkt dat iedereen tegen hem is en gaat het liefst in een hoekje zitten branden zodat niemand hem ziet. Het gevoel van het vuurtje is er bij mij eigenlijk altijd. Ik weet dat hij onredelijk en vaak ook onwaar is, dus vecht ik er tegen om hem niet de overhand te laten nemen, het grootste gedeelte van de tijd lukt dat. Maar soms schiet hij ineens door, vindt alle brandbare spullen op zijn weg en laat een spoor van zwartgeblakerde zooi achter.
Blijkbaar onderdrukt de methylfenidaat dit vuurtje behoorlijk. Maar als de pillen zijn uitgewerkt, na een uurtje of drie, grijpt hij zijn kans. En als ik er niet op bedacht ben krijgt mijn omgeving dan de wind van voren of verval ik in destructieve gedachten als: "Ik kan het toch niet! Niemand vindt dit en mij leuk!"
Het nemen van beslissingen is helemaal een ramp, want in mijn hoofd moet ik altijd alles alleen op lossen. En daarbij moet ik ook nog eens constant rekening houden met anderen, ook als die anderen eigenlijk helemaal niets van mij willen, want eigenlijk willen ze wel iets, alleen zeggen ze het niet. Ja, het is een drukke bedoening in dat hoofd van mij. En mijn gezicht ondertussen maar in de neutraal stand houden.
Zo kwam mijn Vriend afgelopen weekend met een vraag. Ik hoor de vraag dan wel, maar ondertussen denk ik alweer aan honderviermiljoen andere dingen die misschien ook met deze vraag gevraagd worden, die moeten gebeuren als ik 'ja' zeg, die gaan gebeuren als ik 'nee' zeg. En vooral de dingen die moeten gebeuren als ik 'ja' zeg brengen mijn hoofd op hol. Dan moet ik het huis gaan schoonmaken, ik alles op orde brengen, ik eten koken, ik alles opruimen, ik anderen verzorgen en ik... heb daar geen tijd voor en kan dat allemaal niet. "NEE!" zei ik dus ook.
Een half uur later nam ik mijn tweede pil van die dag... en terwijl ik nog eens over de vraag nadacht bedacht ik mij dat Vriend zelf ook dingen kon opruimen, alles in orde kon brengen, voor anderen kan zorgen enz. enz. Ik smste een 'Ja, met dank aan de pillen.'
Ik zal nog moeten leren dat ook de beslissingen die ik met de werking van de pillen neem die van mijzelf zijn. En misschien wel meer door anderen begrepen dan de beslissingen die ik zonder pillen neem.
Want dat vraag ik mij steeds af...
Als die pillen werken, ben ik dan eigenlijk altijd een beetje raar geweest?
En wordt ik nu dan gemiddeld, zoals de meeste anderen?
En wil ik dat dan wel?

zaterdag 3 september 2011

Dag Drie

Hoever moet ik nog?
Ik wil écht niet meer... is dat gek?
Heb ik dan wel genoeg gehad?
Het is nu de tweede avond dat ik deze gesprekken met mijzelf voer boven mijn bord met eten.
Ik en eten, onafscheidelijk... tot de Ritalin.
Het is niet dat ik het niet lekker vind of dat er niet meer bij zou passen, maar het gaat gewoon niet. Mijn maag krimpt in, mijn tond trekt naar binnen en als ik wel een hap neem komt de gehel substantie mij vreemd en naar voor. En het gekke is dat ik het ene moment lekker zit te eten en dan ineens moet stoppen.
Gisteren op mijn werk was dat niet te doen, ik kan niet halverwege mijn bord stoppen en dan verwachten van de jongeren dat zij hun bord leegeten. De enige keer dat ik zo tegen mijn zin in heb zitten eten was toen ik op uitwisseling was in een spaans gezin, vlees at (ik wilde niet al te ingewikkeld doen als vegetariër en dus at ik uit beleefdheid vaak een klein stukje) en mij halverwege herinnerde dat het meisje waarbij ik sliep 's morgens in de pan had gekeken en had geroepen: "Ik eet vanavond niet, ik lust geen lever en konijn!" Waarna ik had bedacht dat ik dat dan 's avonds ook maar niet moest doen, maar dit 's avonds alweer vergeten was.
Grote les van mijn informatie-zoektocht naar ADD van vandaag is dan ook dat ADD'ers last hebben van hun korte termijn geheugen.
Het vervelende is dat ik die pillen drie keer per dag inneem, om de vier uur. 's Morgens na mijn ontbijt is prima, ik kan ontbijten zonder gestopt te worden door dat nare gevoel. Meestal zijn ze dan zo rond het middageten weer uitgewerkt, kan ik eten en dan een nieuwe pil... Maar ja, dat avondeten valt iets later en dan is de laatste pil dus in volle gang. Gelukkig kan ik wat missen qua gewicht. En als het echt te gortig wordt is daar volgende week het telefonisch spreekuur met de psychiater. Misschien kan ik hem beter gewoon een link sturen van deze pagina.

Mijn werk was even een rare belevenis. De jongen die achterin de bus constant alles zat op te noemen wat hij zag, "Een auto! De weg! Een TV! Een meneer! Wielen!" vond ik minder irritant dan de keren dat hij met zijn gedachten dwars door mijn eigen (vaak zelfde) gedachten zat heen te tetteren. Ik realiseerde mij dat ik alle dingen die hij zag dit keer niet had opgemerkt. En ik weet niet zeker of ik het miste...
Zou er dan toch echt rust in mijn hoofd aan het ontstaan zijn?

vrijdag 2 september 2011

Dag Twee

Vier uur...
Was er een geluid? Is het al licht? Is de wekker gegaan?
Klaarwakker lig in bed.
Ik heb geslapen, maar dat lijkt nu niet meer te willen lukken.
Opstaan dan maar? Of nog even blijven liggen?
Zou dit een rebound effect zijn of ben ik 'gewoon toevallig' wakker geworden? Jammer genoeg weet ik van mijzelf, met uitzondering van mijn slaapdiensten, dat als ik slaap ik slaap tot de wekker gaat. En die was niet gegaan alhoewel hij wel op vroeg stond.
Na nog wat facebook berichten te hebben gelezen (lang leve de i-phone) ben ik wel weer even in slaap gevallen.
Hopelijk was dit eenmalig, want ik hou van slapen.

Om kwart over acht had ik een afspraak bij de psycholoog, want ja, ook die gesprekken gaan gewoon door, alleen medicatie is de oplossing niet.
Kwart over acht, toen hij die tijd twee weken geleden voorstelde was ik in lachen uitgebarsten: "Wil jij een gesprek voeren met mij om kwart over acht?" Maar ik was akkoord gegaan, voor mijn werk moet ik ook vroeg op, dus waarom hiervoor niet. En, als ik eenmaal wakker ben dan komen bij mij de woorden en gedachten toch wel.
Om acht uur zat ik al in de wachtruimte. De meldbalie was nog dicht. Het moet niet gekker worden, normaal gesproken kom ik precies op tijd of net te laat, spurt naar de koffieautomaat en ren de spreekkamer in. Ik ben duidelijk van slag. Van slag of in een constante staat van wakker/paraat zijn?'
Gelukkig heb ik een slaapdienst en een feest dit weekend, dus volgende week zal ik pas kunnen merken of dit bizarre weinige slapen hoort bij die pillen of dat ik gewoon te gespannen ben om moe te zijn.

Als ik gesprekken voer struikel ik vaak over woorden en zinnen. Voornamelijk omdat mijn gedachten zo snel gaan dat ze tegelijk mijn mond uit willen en daar dan vast komen te zitten of allemaal half naar buiten sjeesen waardoor alleen ik het nog begrijp. Ik probeer daar nu wel bewuster mee om te gaan en het lijkt ook beter te lukken, maar of dat nu van die pillen komt?

Na het gesprek ga ik even langs bij de Kezen-familie in hun nieuwe huis. Lekker buiten spelen met nieuwe fietsen en stoepkrijt en gezellig kletsen. Zo lijkt mijn leven best normaal. Als die stomme hoofdpijn ook wegtrekt zou helemaal ideaal zijn.
Pas op weg terug naar huis als ik nog even een winkel inloop hoor ik ineens 'knor knor'. Mijn arme buikje. Ik heb vanmorgen een perzik op, een mini-chocolaatje bij de koffie en verder niets. Ik kijk op mijn horloge... Ja hoor, vier uur na mijn eerste pil. Ik had er al eventjes niet meer aan gedacht, maar mijn lijf blijkbaar wel. Ik heb te weinig gegeten, maar door die pil waarschijnlijk niet echt een honger-gevoel ervaren. Hier kan ik wel aan wennen... Eten, pil innemen, niet meer aan denken en als mijn buik knor knor zegt is het tijd om te eten en de volgende pil in te nemen.

Na mijn tweede pil begonnen met schrijven, kan er nu niet meer mee ophouden. Misschien om de onstane stilte in mijn hoofd te vullen?
Kom net tot de ontdekking dat ik handen heb waarmee ik typ. Verrassing! Volgens mij ben ik zo vaak in mijn hoofd bezig dat ik niet weet waar mijn lijf zich bevindt of wat hij doet. Wat ik doe...
Vandaar ook dat ik vaak tegen dingen opbots, struikel en mijzelf pijn doe.

Vannacht mijn eerste werkdienst 'onder invloed'. Ik ben benieuwd...
Zou ik het merken?
Zullen collega's het merken?
Zullen jongeren het merken?

Wat voor nieuwe inzichten staan mij nog meer te wachten?
Welke veranderingen houden stand?
Welke ebben weg? Hopelijk de hoofdpijn...
Welke wil ik behouden?
En welke heb ik zelf bewerkstelligd en welke de pillen?

Dag één

En dus stond 1 september in mijn agenda.
9.45 uur, afspraak bij de psychiater.
Ik was al dagen een beetje van slag en, ik geef het niet graag toe, ontzettend zenuwachtig. Wat als hij er een andere mening op na hield? Of als bleek dat ik niet 'gezond' genoeg was? Hoge bloeddruk zit in de familie en kan een reden zijn om niet met Ritalin te beginnen.
Hem hoefde ik niet te overtuigen, hij had de testen gelezen en mij al eerder op gesprek gehad. En ook mijn bloeddruk bleek perfect.
Wat ik van Ritalin wist? Alles. Ik geef het al jaren aan kinderen en jongeren en heb gezien wat het kan doen. Ik heb er cursussen over gevolgd en weet waar je op moet letten en wat de bijwerkingen kunnen zijn.
Ik weet er alles van... bij anderen...
want ik had er zelf nog nooit een geslikt.
En dus stond ik om half één met een pil methylfenidaat 10 mg in mijn hand op straat te trillen op mijn benen.
Alles in mijn hoofd riep: "NEEEEEE!" en daarna: "JA! Zeikerd." "Wat als...?" "Wat als niet...?"
Ik durfde niet. Voornamelijk bang om de controle over mijn lijf en leven los te moeten laten.
Gelukkig ben ik dan ook vrij impuls (en heb ik familieleden en vrienden die gebeld kunnen worden om tegen mij te zeggen dat ik niet moet zeiken) en na een diepe ademhaling gooide ik met vijf slokken water mijn eerste Ritalin in mijn mik.
Ik ben op mijn fiets gesprongen en naar huis geracet.
Want stel je voor dat ik ineens... uh... ja... wat eigenlijk?
De 'leukste' bijwerking in de bijsluiter is toch wel het gortdroge: Dood. Maar ach, dat gaan we allemaal, ooit. En het komt (ook volgens de bijsluiter) zelden voor. De psychiater had nog wel gewaarschuwd voor (ook zelden voorkomend) in een psychose raken. Kortom, ik was erg gerustgesteld.
Realistischer was het rekening te houden met hoofdpijn en hartkloppingen, maar dit moet na een paar dagen overgaan.
En dus ging ik op de bank zitten. Wachten. Op iets...
Het enige dat er leek te gebeuren was tien minuten na inname. Er stak een orkaan op in mijn hoofd. Ik had letterlijk het gevoel dat de gedachten door mijn hoofd draaiden en ik ze niet kon pakken waarna ze allemaal mijn hoofd uitwaaiden. Even was het doodstil.
En dat is het nooit. Niet in mijn hoofd. Daar praten er altijd stemmen. Of niet écht stemmen, als in: "ik hoor stemmen in mijn hoofd die er niet zijn." maar meer een soort discussies en overleggen die ik met mijzelf voer. Soms is dat best gezellig.
Zittend op de bank kwamen de gedachten en twijfels 'gelukkig' wel weer terug. Ook een gevoel van onrust, ook een van de bijwerkingen van de eerste dagen, ging door mijn lijf, waardoor ik moest bewegen. En een lichte hoofdpijn, anders dan hoofdpijnen die ik gewend ben die zich centreren aan een kant van mijn slaap, was dit meer een band om mijn hoofd. Maar eigenlijk gebeurde er niets wereldschokkends.
Ik weet eigenlijk niet wat ik had verwacht, had niet echt verder gedacht dan het innemen van die pil.
Ik was ook doodop, had de nachten ervoor erg slecht geslapen, dus dat was niet verwonderlijk.
Gelukkig kwam een van mijn lieve vriendjes langs om mij gezelschap te houden (en in de gaten te houden of ik niet... uh... tsja... flauw zou vallen?). En al kletsend, hakend en genietend van de zon verstreek de tijd. Totdat ik opmerkte dat ik erg met mijn vingers aan het friemelen was. Iets dat ik erg vaak doe met zowel vingers als tenen. Mijn horloge vertelde mij dat de pil al zijn uitwerking moest zijn verloren. Het onrustige gevoel was ook weg en maakte plaats voor de mij zeer bekende onrust in mijn hoofd.
Tijd voor een nieuwe pil.
En lopend terug naar huis hoorde ik mijzelf ineens zeggen: "Het is stil in mijn hoofd."
Zou dat het dan zijn? Is dat wat die pillen doen? Stilte in mijn hoofd creeeren? Is dat dan wat die AD(H)D is... het onrustige denken de gehele dag?
En is dat dan ook wat mensen zonder AD(H)D ervaren? Dat je niet constant nadenkt?
En wat doe je dan? Als je niet steeds hoeft te denken?
Thuisgekomen heb ik mails verstuurd die al drie dagen geleden hadden moeten worden gestuurd...
Ik heb de tafel opgeruimd, ook al maanden niet gedaan...
En toen kwam gelukkig mijn moeder langs om mijn hoofd te vullen met gesprekken en verhalen. En kon ik mij richten op het bereiden van het eten.
We aten laat, prettig, want die pillen ontnemen ook je eetlust, dus de honger kwam pas rond acht uur  terug. Dacht niet dat dat kon, ik en geen trek in eten, maar het blijkt best mogelijk.
Om negen uur was ik helemaal doodop, van de spanning van de afgelopen dagen, van het constante opletten of er iets gebeurde en dan afwegen of dat met die pillen te maken had of toch niet.
Zij zullen hun weg nog moeten vinden in mijn lijf,
ik zal nog moeten accepteren dat ze er zitten,
samen zullen we moeten zien of we elkaar helpen.
Ik ben benieuwd wat deze tijd gaat brengen.

De aanloop

Ik wist waar ik aan begon, testen, gesprekken eventueel medicatie. Jaren heb ik aan de andere kant van de lijn gestaan, maar begin 2011 heb ik voorzichtig mijn eerste stap over de lijn gezet.Het begon met een e-mail van mijn vader: "Ik heb AD(H)D, op deze site staat veel informatie."
Op die site stond niet alleen informatie, maar ook een test.
Een van de weinige testen waar ik glansrijk voor ben geslaagd. En een van de vele testen waar ik eigenlijk weinig aandacht aan wilde besteden.
Al vele malen ben ik vastgelopen tijdens mijn opleidingen (en terugkijkend ook de middelbare school) en vol goede moed weer aan iets nieuws begonnen.
Aan iets nieuws beginnen werd mijn handelsmerk. Gaat het niet? Dan begin ik gewoon ergens anders...
En op die manier sleepte ik al jaren bolletjes touw met een heleboel losse eindjes mee. Losse eindjes die constant met elkaar in de knoop raakten totdat ik halverwege het ontwarren dacht: 'waar ben ik mee bezig?'
De uitslag van de internettest bleef door mijn hoofd spoken.
'Het zou toch niet?'
Ik werk zelf met ADHD-ers, al jaren, en heb geleerd dat je vast dingen herkent bij jezelf, maar dat dat niet betekent dat je het ook hebt. Behalve... als die dingen een probleem worden in je leven. En dat zijn ze.
Ik maak niets af, kan beginnen met opruimen van de keuken, daar iets vinden dat in de kast boven moet, maar halverwege de trap denken dat deze gestofzuigd moet worden, om de stofzuiger te gaan pakken en in die kast een kom te vinden, waardoor het plan wordt opgevat om taart te bakken, daarvoor moet je naar de supermarkt, waar ik dan voor het gemak ook even het avondeten koop, om er bij thuiskomst achter te komen dat er al avondeten was, ik geen bakspullen heb meegenomen, de trap nog steeds vies is, de spullen niet opgeruimd, maar de dag wel voorbij.
En doordat ik constant in mijn hoofd leef, maar mijn omgeving vergeet kan die omgeving soms ineens hard binnenkomen en mij uit balans brengen waardoor ik boos word, wat de omgeving dan weer niet snapt.
Kortom, huis, opleiding, werk en sociale contacten, ze waren een zooitje waar ik gefrustreerd van raakte.


En dus begon de molen.
Gesprekken met een psycholoog en persoonlijkheids- en intelligentie-testen.
Ik ben gewend om vrij kritisch naar mijzelf te kijken, maar zo intens had ik het nog niet eerder gedaan.
En de uitkomst?
Het kan vriezen, het kan dooien.
'Welcome To My World' dacht ik.
Heb ik AD(H)D-kenmerken (want dat ik die had was wel duidelijk) doordat ik AD(H)D heb, of heb ik persoonlijkheidskenmerken waardoor ik mij AD(H)D dingen heb aangeleerd om te overleven?
En dus gingen de gesprekken verder.
Tot ik twee maanden geleden een nieuwe psycholoog kreeg die een erg duidelijk standpunt in nam. Om te weten of het vriest of dooit moet je op een thermometer kijken.
In het geval van AD(H)D heet deze thermometer methylfenidaat (beter bekend onder de merknaam: Ritalin). Medicatie als meetinstrument. Heb je AD(H)D dan werkt het, wordt je er nog meer AD(H)D van, dan heb je het niet.


Medicatie. Ik had er zo mijn bedenkingen bij. Maar ik wil ook graag weten waar precies mijn grenzen en problemen liggen. Natuurlijk kan ik gedragstherapieen ondergaan, maar waar het fout ging en wat er beter moest wist ik al. Er is dat kleine omkeerpunt in je leven waarbij je dingen anders aan moet gaan pakken en een andere richting uit moet, maar die bij mij meer op een rotonde met doodlopende straten lijkt. Ik blijf dus maar in rondjes rijden. Als ik écht AD(H)D heb dan zal ik ook moeten gaan accepteren dat sommige dingen niet te veranderen zijn, omdat ik biologisch nu eenmaal zo gebouwd ben dat er daar een rotonde zit. En medicatie kan die rotonde dan een uitweg geven. Kan die biologische processen omkeren.
Maar ja, medicatie... ik wil het zelf doen, zelf veranderen, zelf de controle houden, zelf zelf zelf. Ik ben niet gek, ik ben niet dom. Iets in mijn lijf stoppen om er beter van te worden? Als ik migraine heb moet vaak iemand anders mij er aan herinneren dat er paracetamol bestaat.
En wat als ik er ineens een heel ander mens van word?
Wat als het niet aanslaat? Wat als het wel aanslaat? Ben ik dan de rest van mijn leven afhankelijk van medicijnen?
Er gingen wat slapeloze nachten en lange gesprekken (in mijn hoofd!) overheen.


Totdat ik besloot dat mijzelf de kans ontnemen om deze keer echt tot de bodem te gaan en alle kansen aan te grijpen om te onderzoeken wie ik ben, wel erg stom zou zijn. Ik weet dat ik dan over drie jaar weer op de rotonde uitkom.